30/04/2025
Star Gem stond stil aan de rand van zijn balkon, de warme, marmeren tegels onder zijn voeten verbleekt door de eeuwen van zon, zout en strijd. Zijn gouden paleis schitterde nog in het avondlicht, maar in de verte tekende zich een dreiging af die geen rijkdom kon bedwingen: de uitgebarsten vulkaan op het eiland in de zee, zijn rook als een grijze vinger die naar de hemel wees, als een beschuldigende geest. De rook kwam steeds dichterbij, voortgedreven door de wind, met daarin de geur van as, vuur, en iets dat hem deed denken aan verbrand verleden. Hij zuchtte. Jaren van hoop, plannen en diplomatie, tot stof vergaan. Chaos was over het water gekomen als een zwerm duisternis, had zijn vruchtbare gebieden verteerd, zijn mensen verjaagd of veranderd. Hij had afgezanten gestuurd naar de Vortexianen, keer op keer, met brieven vol smeekbedes, aanbiedingen van goud, beloften van trouw, maar hij werd genegeerd. Of erger: beleefd weggewuifd, alsof zijn zorgen te klein waren voor hun grote oorlogsraad. Zijn huurlingen hadden het allang laten afweten. Geen geld was genoeg om tegen Chaos te vechten. Golden Horse, die oude rovers vermomd als heren, had hem “bescherming” aangeboden, maar alleen in ruil voor land, bloed en zwakte. Zijn rijk was geplunderd onder het mom van hulp. Zelfs zijn oude oorlog met Obsidian Serpent, had hij niet alleen gevoerd. Hij had zijn vertrouwen gelegd in de Vortexianen, gedacht dat hun vuur, hun macht, hun grootsheid zijn zaak zou rechtvaardigen. Maar het leidde enkel tot de gedwongen overdracht van de Brown Hills aan hen. Geen overwinning, slechts verlies in keizerlijke verpakking.
En nu… keek hij uit naar het eiland. Hij wist dat de Vortexianen de vulkaan tot uitbarsting hadden gebracht. Hun macht was geen mysterie meer voor hem. Ze konden de natuur tarten, werelden laten splijten, chaos wegvagen of werelden doen branden. En toch, Chaos was er nog steeds. Zijn landen gingen een voor een ten onder. De overgebleven dorpen had hij leeg laten trekken, elke grondstof opgegraven, elke sterke arm gerekruteerd of verkocht. Zelfs stukken land had hij afgestaan aan Golden Horse, hopend op een verlengstuk van bescherming. Binnenkort zou zijn laatste vlag vallen, zijn laatste grens vervagen, zijn titel slechts een herinnering in vergeten archieven. Geen gezag, geen troon, geen rijk. Zijn ogen bleven op het eiland gericht, de rook nu laag over het water. Hij voelde geen woede meer. Slechts een kille leegte. Zijn laatste gedachten gingen uit naar de Vortexianen. Zo machtig. Zó machtig. Vulkanen in hun macht, magie sterker dan natuurwetten. En toch… zo zwak. Verdeeld. Koppig. Vol eer en plicht, maar zonder richting. Als zij het niet kunnen… als zij Chaos niet kunnen stoppen… …wie dan wel? De rook vulde de lucht. En Star Gem keerde zich om, liep terug het paleis in. Geen bevelen meer te geven.
Alleen stilte. En het wachten.